Polderblues.be

Leven, wonen en werken in het Waasland

De monniken van de machtige abdijen als "Ter Duinen, Ter Doest en Sint Pieters" hadden in dienst honderden lekebroeders die de vruchtbare schorren uitversten, daarvoor hadden ze echter grote leningen aangegaan die moeilijk terug te betalen waren toen die broeders stilaan schaarser werden; en er moest overgegaan worden tot verpachting en zelfs tot verkoping.
Ongetwijfeld kunnen we zeggen dat de kloosterarchitectuur van grote invloed geweest is bij de verbreiding van een technisch ongemeen sterk gebintestelsel niet alleen bij de driebeukige schuurgebouwen en dito ziekenzalen zoals het St. Janshospitaal, maar ook bij de schuur- en wagenbergtypen.
Het zal wel voor alles om praktische redenen geweest zijn, dat de middeleeuwse moniken-architecten een uitgesproken voorkeur hadden voor dergelijke gebintesystemen, aangewend bij driebeukige gecombineerde bestanddelen, die ons aan de oudere hallebouw herinneren.
Op alle gebied heeft in de XII-XIIIe eeuw de kloosterbeschaving grote vernieuwing gebracht aan de houtbouwtechniek. De XIII eeuw is het intrede van de gebinten.
In de evolutie zijn waarschijnlijk de stijlgebinten het oudst. Zulk gebinte wordt gevormd door twee rechte stijlen, door een dwarsbalk verbonden, die elk een langsbalk "de fliering" dragen. Schoren tussen stijlen en flieringen evenals korbelen tussen de stijlen en verbindings- of ankerbalk zorgen voor de nodige stabiliteit van de steunconstructie.
Deze vorm is eeuwen lang in gebruik geweest in de boerderijbouw.

Ter Doest:

Deze abdij werd opgericht als een filiaal van de abdij Ter Duynen (Koksijde). De abdij bezat uitgestrekte gronden, was zeer rijk en had beroemde abten. Van het klooster zelf blijft jammer genoeg niet veel meer over, behalve de reusachtige tiendenschuur en een aantal bijgebouwen. Die bijgebouwen werden opgericht uit het puin van de abdij na de vernieling door de Geuzen.

 

De schuur van de abdij van "Ter Doest" (Wet Vlaanderen) daterend uit circa .
Dit grote gebouw van 55 bij 22 meter had bakstenen muren, wat in de middeleeuwen op gewone bedrijven vrijwel nog niet voorkwam.
De ingang tot de zijlangsdeel, links in de kopgevel, is dichtgezet. In de schuur beinden zich ook stallen voor grootvee.


Het interieur van de schuur met zijn indrukwekkende rij zware dekbalkgebinten met dubbele schoren en de enorme ruimte geven de bezoeker de indruk zich in een soort kathedraal te beviden.
In de middeleeuwen zal deze ruimte een groot deel van het jaar gevuld zijn geweest met ongedorst graan.

 

 

 

Ten Bogaerde:


 

Baudeloo: