Polderblues.be

Leven, wonen en werken in het Waasland

Drijdijk   Drijdijk 2 Drijdijk 3 Drijdijk 4

 

Onstaan en verre verleden:

In de vroege Middeleeuwen lag op de linkeroever van de Schelde nog een moerasachtig gebied, vol geulen en schorren die geregeld bij vloed onder water liepen.
In dit door de rivier beheerste gebied is Verrebroek ontstaan, als een nederzetting op een iets hoger gelegen zandrug die beveiliging bood tegen weer en ontij. Naar alle waarschijnlijkheid legden de oorspronkelijke bewoners zich toe op de visvangst en wonnen zij turf en zout uit de veenlagen.
Dit gebeurde reeds vroeg.
Rond 1140 werden immers aan de abdij van Drongen de parochiale rechten toegekend. Verrebroek dankte niet alleen zijn ontstaan en eerste ontwikkeling aan de moeren, het kreeg er ook zijn naam door.

Ligging:

Deze centraal in de polders gelegen gemeente grenst ten noorden aan Kieldrecht, ten oosten aan Kallo, ten zuiden aan Beveren en ten westen aan Meerdonk.



Watergangen:
-watergang van Kieldrecht of de Geule -langsheen de dijk tussen de polders van Beveren en Vrasene, zich omkerende aan het Sluisken in de richting van Kallo -op de landkaarten genoemd Havene of Havenne, die het zuidelijk gedeelte van Verrebroek bevloeide van de Waterstraat tot aan de watermolen waar deze samenvloeide in voorgaande.

Deze drie watergangen ontlastten zich op één punt in de Schelde te Kallo, maar waren eind XIXe eeuw niet voldoende om de polders te beveiligen tegen overstromingen zeker als men weet dat langs hier de meeste waters van de hogergelegen landen van St-Niklaas, Nieuwkerken en Vrasene, welke op hun beurt ook water van hogerop ontvangen, moeten afvloeien.
Dit had als gevolg dat de zeer vruchtbare polders jaarlijks voor een groot gedeelte onder water lagen en dit was een groot nadeel voor de landbouw.

 

Wijken:

-het Zwaantje -de Sluis -het Fort -Blikken -Drijdijk
Oude plaatsnamen: In 1618 -Beurrynghe (nu Borring) -Eeckstrate -Loorickstrate -Sluysstrate In 1700 -Boeringe -Faesel -Looweg of Bloempotstrate -Quotte -Schor

In het midden van de dorpsplaats treffen we nog een monumentale pomp, met het volgende opschrift:
Door de familie Jaequemyns
aan de inwoners van Verrebroek, 1857
De Man, bouwmeester. L. Steeman, bouwer
Niet ver van de kerk was ook de verdwenen hoeve "den dries".

 


De benaming is hoogstwaarschijnlijk af­geleid van het broek aan de Verre, een oude waterloop van Zalegem (St. Gillis) tot aan Singelberg (Beveren), waar ze met de burggracht was verbonden. Beroemd is de „kathedraal" van de polders: de vijftiendeeeuwse gotische toren en de kerk van 1650-1688 en bekend is ook de grote medicus (anatoom) Filip Verheyen (1648-1710), rector-magni-ficus te Leuven, professor en auteur van talrijke werken.
Reeds in een oorkonde van 1152 wordt de naam „Verrebroech" vermeld en was toen reeds een parochie, gesticht door de norbertijnen van het Zaligemklooster (1140) aan de Kemphoek te St. Gillis. Het dorp kende in de eerste eeuwen van zijn bestaan grote bloei wegens de moerontginningen, waarvan het een belangrijk uitvoercentrum werd met eigen haven (vandaar de massale toren).
Het grondgebied meet 1581 hectare, waarvan het grootste deel kleigrond, gewonnen op de Schelde, en een klein deel zandgrond (de dorpskom en het Zwaantje). Belangrijk tot vóór de Tweede Wereldoorlog was de wijmenteelt en de blokmakerij, die beiden zijn verdwenen.
De bevolking bestaat overwegend uit landbouwers, maar nu is door de nieuwe woon­wijken wel een verschuiving naar meer arbeiders en een bediendengerichte dorpsgemeenschap op te merken.


Terugblikkend op het verleden, valt te melden dat de kerktoren in de Spaanse oorlogen tussen 1584 en 1638 (slag van Kallo) zwaar werd geteisterd, vermits hij diende als wachtpost voor de Spanjaarden. In 1815 werd het huidige achtkantige kapje op de toren geplaatst.
Naburige inwoners spraken smalend over de „peperbus" van Verrebroek, zoals ze ook de inwoners van Verrebroek betitelden met de spotnaam „Flippen" (afgeleid van Filip Verheyen). De toren werd ook flink beschadigd tijdens de beschieting in september 1944 bij de aftocht van de Duitsers (onder andere gaten in de kap en kunstglasramen aan de kerk vernield).
Verrebroek kende beroerde ogenblikken, onder andere in 1548, toen het overstroomd werd door het doorsteken van dijken. Meer dan dertig jaar bleef het grondgebied onder water. In 1616 werden nieuwe dijken aangelegd, zoals ze nog bestaan. Het bekende fort, gebouwd onder Filips II van Spanje, is vernield in 1678. Alleen de „fortewallen" resteerden nog, maar zijn thans zo goed als verdwenen.

Het Klooster:


Verdwenen landelijk schoonheid.