Rond 1892 werd het verbouwd tot een machinezaal waar zich een stoommachine en verschillende machines bevonden die nodig waren voor het verwerken van veevoeder. Wegens de sterke toename van de polderbevolking functioneerde deze ruimte ook als noodkerk vanaf 30 april 1904 tot de oprichting van de huidige Sint-Engelbertuskerk, die ingewijd is op maandag 4 september 1911.
Als energiebron voor de aandrijving van de melkerij en voederbewerking werd in de loop van 1892 een stoommachine in gebruik genomen.
Waar nu de haverpletmolens staan kan men deze stoommachine situeren dus in dezelfde ruimte als de noodkerk.
Men gaat ervan uit dat deze machine reeds in 1904 ontmanteld was.
Bij de oprichting van de maalderij was de energiebron voor de aandrijving een armgasmotor.
Dit type motor had als nadeel bij hoge belasting dat het vereiste toerental moeilijk te handhaven was.
Om hem van de nodige brandstof te voorzien (in dit geval gas verkregen door het verbranden van kolen) diende men regelmatig de vuurhaard bij te vullen, wat zeer arbeid intensief was.
Daar het machinepark alsmaar uitbreidde is de huidige monocilinder dieselmotor in 1951 in gebruik genomen.
Deze motor uit de dertiger jaren was oorspronkelijk een armgasmotor en werd omgebouwd en gemonteerd door de firma:
C. Lobbestael en zonen uit Rumbeke tot dieselmotor in 1951.
De oude draaibank:
Overzicht maalderij algemeen;
Freddy Buys Freddy " De Maalderij van Prosperpolder".