Polderblues.be

Leven, wonen en werken in het Waasland



Interieur van het boerenhuis



Het centrale punt in de kleine hoeven was wel de leuvense stoof.
Hier werd ook op gekookt, en de oven kon naar de warme kolenplaats worden geschoeven en bakten men lekkere cakejes.
In de lange winteravonden zat men met zijn allen rond de kachel waar de sagen en verhalen werden vertelt.





De opkamer:
Een opkamer of voutekamer is een kamer die hoger ligt dan belendende kamers van een huis. De reden hiervoor is meestal dat er een half verzonken kelder onder deze kamer ligt. De opkamer is bereikbaar via een trap van enige treden of een opstapje dat soms op het schuinliggende kelderluik is aangebracht.



De zolder:


Op de zolder werden ook vaak tegels gelegd voor ingeval bij brand de schade te beperken.
Het was het de ideale plaats voor het wasgoed te laten drogen, zeker in de winter.


Om u een idee te geven van de traditionele indeling van een hoeve,
leest u hieronder wat wij vonden in een publicatie “De Boerenwoning”- Boerinnenbond Leuven 1945

 

De indeling van de hoeve werd afgestemd op een efficiënt gebruik binnen en in functie van de activiteiten in de onmiddellijke omgeving van de boerderij.

KEUKEN – WOONKAMER

In deze kamer speelt zich het dagelijkse huiselijke leven af.  Hier staat dan ook de enige kachel – meestal een Leuvense stoof – voor de verwarming, het koken en het drogen van de was.



WASPLAATS

Hier bevindt zich de goot- of pompsteen. 
De wasplaats doet dienst als tussenruimte tussen de keuken-woonkamer en de stallen/hof.  Vaak wordt hier een fornuis voorzien om in de zomer te kunnen koken. 
Er is ook een lavabo om de handen te wassen of om zich te verfrissen vóór men in de keuken-woonkamer komt.

 


ONTVANGSTKAMER
Deze ‘beste plaats’ dient voor familiebijeenkomsten of om bezoekers te ontvangen. 
Hier staat ook een klein bureau/secretaire, waaraan de kinderen hun huiswerk maken i.p.v. in de woonkamer waar ze constant gestoord worden.


INKOM OF TRAPZAAL
Zorgt ervoor dat men niet onmiddellijk van buiten in de woonkamer komt. 
De trap leidt uiteraard naar – meestal - 3 slaapkamers:  één voor de ouders, één voor de jongens en één voor de meisjes.
 Onder de trap is de ‘spender’: een opslagruimte voor droge en niet-bederfelijke waren.

BUREAU
Een bureau vindt men vooral bij grotere hoeves.  Hier worden handelaars en zakenrelaties ontvangen.

SLAAPKAMERS
Zoals hoger vermeld, werden meestal drie slaapkamers ingericht.  Bij grotere gezinnen werd ook de ruimte vlak onder de pannen gebruikt.


WAS- EN BADKAMER
Een zinken of geëmailleerde badkuip – eventueel voorzien van waterleiding – staat vrij centraal in de kamer.  
Een stoof dient voor verwarming en/of voor het opwarmen van het badwater.