|
De ligging van de zeesluis en toegangsgeul werd gekozen in functie van nautische
elementen: vaargeul van de Schelde, afstand van de sluizen op de rechteroever.
Van landwegen waren er wel hindernissen, op de plaats van het Perelgat (1583-1653),
dat gedurende 70 jaar een stroomgat was. Bij de aanleg van de "centensluis" in
1728 had men hier al moeilijkheden mee. De noordelijke kaaimuur kon zonder
problemen afgewerkt worden, maar de zuidelijke gaf meer problemen.
Voor de bouw van de zuidelijke kaaimuur vielen ten offer de Sint-Pieterssluis
van 1572 en de centensluis van 1878 en dit in het najaar 1976. De Sint
Paulussluis van 1754 viel buiten de toegangsgeul en moest verdwijnen
voor de wegenis op het sluizenplateau, van deze sluis werd enkel het
gewelf ingeslagen. De zware funderingen van het voormalig Hooghuis en
van de oude "redoute- of schanssluis" van de XVIIe eeuw werden
weggenomen, die afgebroken werd in 1755 na de bouw van de Sint-Pieters-
en de Sint-Paulussluizen.
Illustratie Edmond Reyn uit "Rijk Polderland verdwenen onder baggerzand".
Verdwenen |
Eerste schip in de sluis. |
|
|